Debby Huysmans

Els Wuyts, Mei 2021

In het idyllische Boekenbergpark in Deurne bevindt zich een vijver met rietkragen, een oude ruïne toren en een artificieel gebouwd grottencomplex. Die grot werd aangelegd aan het begin van de negentiende eeuw in opdracht van een zakenman die toen het park en de kasteeltuin beheerde. Hij liet het ontwerpen als deel van een reusachtig decor met een bosje en een ijskelder als plezierige plek voor ontspanning. En anderhalve eeuw later biedt dit ondergrondse complex onderdak aan een speleologische stichting die er een natuurhistorisch museum installeerde. De klimatologische omstandigheden zijn ondertussen niet ideaal voor de verzameling, maar de toegewijde liefde waarmee de leden van de vereniging het museum beheerden, is nog steeds voelbaar.

Tijdens wandelingen in dit park botst Debby Huysmans op die bijzondere, verborgen plek en na wat opzoekingswerk krijgt ze toegang tot deze onderwereld waar de tijd lijkt stil te staan. Ze krijgt het volle vertrouwen van de vereniging en treedt op den duur zelf in de rol van speleoloog of archeoloog om het grottencomplex aan een fotografisch onderzoek te onderwerpen. Met de camera in de hand, beweegt ze geruisloos tussen kostbare vondsten en vreemdsoortige replica’s, tussen resten van skeletten van zeedieren, stukken wrakhout of een eeuwenoud versteend uitwerpsel. Vleugels van nachtvlinders, sporen van vleermuizen of schimmelachtige natuurverschijnselen, verzamelt ze in beelden waarin het verborgene zichtbaar wordt. En terwijl de vitrinekasten in deze vochtige grot aangedampt worden, lijkt ze via haar foto’s de kleine gesteenten, de grootse pronkstukken en de inzet van de ouder wordende amateur-wetenschappers te kunnen capteren. Ze documenteert dan ook niet alleen de nakende aftakeling die zich steevast ingezet heeft, maar houdt even goed vast aan wat er is: de ruimte én de tijd.

Debby Huysmans verbindt een onderwereld met een bovenwereld, en toont specifieke accenten, resten of fragmenten van een groter geheel, dat kan verdwijnen of vernieuwen. Ze werpt licht op materiële objecten, zoals een stukje marmer of een lamp, maar ook op de betekenis van de plek zelf. Met haar boek ‘Flotsam’ balanceert ze letterlijk tussen een reeks schijnbare tegenstellingen, zoals echt en niet-echt, waardevol en waardeloos, positief en negatief, zichtbaar en onzichtbaar, licht en donker. Die nautische term verwijst naar overblijfselen, naar resten van een groter verhaal, en in de boekinstallatie toont ze hoe die evengoed een fysieke ruimte kan bezetten. Je voelt de verrukking van de ontdekking en de zorgzaamheid voor de plek: een museum in een grot in een park.