Maaike Leyn

Els Wuyts, Mei 2021

In het Russische Hoge Noorden lijkt het wel een paradijs, waarbij de natuurlijke omgeving tegelijk pittoresk en vervreemdend aanvoelt, met toendra’s en moerasland, onbewoonde eilanden en ontoegankelijke wouden. Er heerst evenwel een poolklimaat met strenge winters en koele zomers en in Siberië zorgt de extreme koude voor een ondergrond die permanent bevroren is. Dat verschijnsel heet permafrost en in combinatie met aardlagen die soms wél kunnen ontdooien, lijkt de oppervlakte te verschuiven of te krimpen. Het open landschap is immens en ongerept, bezaaid met mossen en meren, ijswiggen en rotsblokken. Waar in de taiga-gebieden nog dennen en sparren aanwezig zijn, is op vele plaatsen geen boom of struik te bespeuren.

En net dat ogenschijnlijke kale landschap, heeft Maaike Leyn aangegrepen om tekeningen te maken. Het zijn levende tekeningen geworden, die soms donker lijken met sporen van houtskool- en pastelpigmenten, en soms zacht vloeiend als een innerlijke rivier. Het zijn geen letterlijk nagebootste landschapstekeningen geworden, maar aanleidingen om die geologische verschijningen te interpreteren op doek. Of het nu een stuk grond, een groenblauwe vloed of een reeks gestapelde stenen is, alles lijkt onderhevig aan transformatie. Aardse lagen verschuiven, putten ontstaan op het moment dat er gassen vrij komen, onzichtbare dreigingen zijn nog eventjes bedekt met zachte mossen. Maaike Leyn laat haar ogen over het eenvoudige arctische landschap gaan, nergens door bomen versluierd en toch zo geheimzinnig. Het is op het eerste zicht een dorre vlakte die tegelijk door de talloze kleurschakeringen van mossen, grote keien en lege plekken, betoverend tot in de oneindigheid reikt.

De tekeningen lijken onderhevig aan krachten die kunnen groeien of verdwijnen. De opeengestapelde keien kunnen een ode aan het goddelijke zijn, maar evengoed een eerbetoon aan de zwaartekracht. Het lijkt wel of iemand de stenen bij elkaar heeft gebracht en teder het idee van wankelen uitdaagt. Het aardse materiaal is een aanleiding om controle los te laten, plotse invallen toe te laten, de essentie van het zijn of het niet zijn te capteren. Het zijn abstracte schilderijen geworden, waar het klassieke perspectief in verdwijnt. Er zijn geen ankerpunten, enkel kleur en vorm op stukken linnen, doeken die als restmateriaal een nieuw leven hebben gekregen. Stukken grond worden benaderd zoals in de archeologie, het ondergrondse wordt blootgelegd, precies uit een andere planeet of bij helder nachtlicht. Bij Maaike Leyn gaat het over een wereld die voortdurend verandert en die we niet helemaal kunnen vastleggen, alleen in onze herinneringen, maar ook de herinneringen verdampen.